Datum: 20220814
Tijd: 9:40 – 13:15
Afstand: 12,8 km
Overnachting: Hotel Landgasthof Gemmer, Rettert
Wandeling
Vandaag is al weer onze laatste wandeldag. We hebben een korte route vandaag.
Na het ontbijt en uitchecken rijden we naar St. Goarshausen. We zijn ruim op tijd, dus eerste nog even een koffie bij de plaatselijke Konditorei.
Dan in de tjokvolle trein, dat 9 euro ticket werkt prime, naar Kestert waar we een paar dagen geleden al waren.
De Zuweg in Kerstert gaat meteen flink omhoog, maar dat wisten we al omdat we die afgelopen donderdag omlaag gelopen zijn. Ook na de Zuweg gaat het stijgen nog even door. Daarna blijft het een beetje op en neer gaan tot we op ongeveer een derde van de route weer een klim maken. Hierbij komen we flink over de rotsen aan het klimmen.
We lopen door een voormalig Bergbaugebied. Hier werden vroeger de bergen gebouwd… En men haalde er ook lood en zink uit de bergen.
Even na de helft van de route maken we onze laatste en grootste beklimming van vandaag. Het eerste deel daarvan valt wel mee, over een breed pad richting Burg Maus. Vanaf de poort van deze burcht gaat het steiler omhoog, via een zig zag paadje. Hier lijkt maar geen einde aan te komen.
Uiteindelijk komt dat toch, dat einde (van het paadje) en lopen we een flink stuk boven over het dak van de wereld. 
Om een of andere reden is het pad op een gegeven moment aan twee zijden voorzien van Elektrozaun. De vraag is wie ze waar buiten (of binnen) willen houden.
Even later komen we een heus zwembad tegen. Iemand heeft bij een rustplaats waar een hut staat ook een zwembad opgebouwd, model soepkom, en vol water gezet. Een goed idee. We hebben niet echt tijd om te gaan zwemmen, maar onze handen en polsen kunnen wel even afkoelen.
Behalve salamanders, die we de afgelopen dagen al vaak gezien hebben, zien we vandaag ook een slangetje.
Boven St. Goarshausen wijken we een klein stukje van de route af om naar de schommelbank te lopen die hier staat. Je hebt van hieruit een fantastisch uitzicht over het Rijndal en het landschap aan de andere kant van de Rijn.
Als we omlaag lopen naar St. Goarshausen, onze laatste afdaling, horen we ineens een zeer luide sirene. Ik denk al de Russen komen (je weet maar nooit), maar bij nader inzien, of beter gezegd nader inhoren, blijkt het de brandweer sirene te zijn. Er volgen namelijk enkele bekende ta-tu-ta-tu geluiden uit het dal. Ik kan me nog van vroeger herinneren dat we dat bij ons ook hadden. Als de brandweer uit moest rukken, dan klonk een enorm luide sirene en kwamen alle brandweerlieden en andere hulpverleners toegesneld. Wij doen dat tegenwoordig digitaal, maar langs de Rhein gaat het nog op de oude vertrouwde analoge manier.
Het station van St. Goarshausen is onze eindbestemming en we drinken op een ’terras’ voor een hotel iets fris. Een Sprite voor Lise en Schorle voor mij, ik moet namelijk nog een heel eind rijden.
We zitten mooi op schema want in plaats van naar huis, ga ik eerst Lise op de trein naar München zetten. De trein route naar München was zo gepland dat ze in Aschaffenburg op zou stappen. Helaas komen we er onderweg achter dat de trein die ze wil hebben niet rijdt omdat er in het voortraject ‘Feuerwehr auf der Bahn’ was. Dus gooien we het plan om en breng ik Lise naar Würzburg. Dan is ze nog een uur eerder in München ook, maar moet ik wel verder terug rijden.
Weer
Omdat we vandaag wederom vroeg vertrokken waren en maar een relatief korte wandeling hadden, hebben we het heetst van de dag niet gelopen. Gelukkig waren de beklimmingen ook aan de schaduwzijde van de bergen. Verder was het weer zoals de afgelopen dagen, gruwelijk warm en droog. 
Wel zagen we sluierbewolking aan de hemel, maar daar hebben we verder niets van gemerkt.
Songtekst van de dag
De toepasselijke songtekst voor vandaag is natuurlijk Schwemmbad van de Bläck Fööss:
Schwemmbad, mer jon en et Schwemmbad
denn wenn et schön wärm es em Sommer,
do jeit mer en’t Schwemmbad,
dat es einfach su.
Wo soll mer och hinjon?
Mer jon en et Schwemmbad.
Jo, wenn die Pänz endlich Hitzefrei han
un dä Iesmann weed jeck,
Weed flöck de Schwemmbotz,
en Deck un jet Jeld enjesteck.
Schwemmbad, mer jon en et Schwemmbad.
Öm drenne ze bade, do muß do druße eets wade,
dat es einfach su, e Dreiveedelstündche,
dann bes de em Schwemmbad.
Eesch luurste, es dinge Stammplatz noch frei?
Un sin se all widder do?
Dä Töller’s Will klemp jrad üvver d’r Zung, alles klor.
Am Büdche stellste dich dann en de Schlang,
m‘r hät jo Kohldamp un Doosch
do jitt et lauwärme Cola un ieskahle Woosch.
Schwemmbad, mer jon en et Schwemmbad
denn wenn et schön wärm es em Sommer,
do jeit mer en’t Schwemmbad,
dat es einfach su.
Wo soll mer och hinjon?
Mer jon en et Schwemmbad.
Luur d‘r et Bettina an,
em Tanga,
dat dat dat drage kann!
Schwemmbad, mer jon en et Schwemmbad
denn wenn et schön wärm es em Sommer,
do jeit mer en’t Schwemmbad,
dat es einfach su.
Wo soll mer och hinjon?
Mer jon en et Schwemmbad.
Un wenn de des Ovends dann heim wells,
do sökste di Fahrrad, dat es einfach su,
bei uns em Schwemmbad.
Nit nur em Schwemmbad.
Wo es bloß mi Fahrrad?40
Dat stund doch vür’m Schwemmbad.
Wat maach ich bloß ohne Fahrrad?
Wie kumm ich morje en et Schwemmbad?
Dat saach ich all minger Mama
un die sät dat dem Papa.
