20191217 Cochem – Treis-Karden

Datum: 20191217

Tijd: 9:20 – 15:55 uur

Afstand: 25,2 km

Overnachting: Hotel Haupt, Kobern-Gondorf

Wandeling

Vandaag staat er een lange etappe gepland, 24km. Ik sta op tijd op om voor zonsondergang weer terug te zijn.

Na het ontbijt rij ik naar het station in Treis-Karden en van daaruit gaat het met de trein naar Cochem. Hier loop ik naar de brug, het begin van de route. Het gaat bergop richting Sesselbahn en daar steil omhoog naar het Pinnerkreuz. Ik heb dit stuk al eens eerder met Ada gelopen, maar dan naar beneden. Naar boven vergt aanzienlijk meer inspanning.

Van het restaurant, vlak bij het Pinnerkreuz, loop ik naar het Freizeitpark. Na een vlak stuk, gaat dat nog een stukje verder omhoog. Al met al heb ik me behoorlijk in het zweet gelopen en aangezien het niet koud is, vooral niet in de zon, doe ik mijn jas uit.

Nu gaat het omlaag naar Klotten. In Klotten loop ik langs de burcht ruïne en door een stukje van het dorp. Helaas is alles dicht, dus geen koffie. Navraag leert dat aan het andere uiteinde van het dorp wellicht iets open is, maar ik heb geen zin om zo ver om te lopen als ik dat niet zeker weet (de dorpen langs de Mosel zijn nogal langgerekt).
Onder in het dal in de schaduw is het een stuk frisser dan boven in de zon.

Ik voel mijn spieren na de wandeling van gisteren. Lopen ben ik wel gewend, maar het stijgen en dalen niet zo zeer.

Nu volgt een minder leuk stukje van de route, tussen de weg en het spoor onder langs de Mosel.

Na een tijdje ga ik weer het spoor onderdoor en gaat het steil omhoog door Naturschutzgebiet Dortebachtal. De route stijgt flink en ik kom op het dak van de wereld terecht. Hier loop ik een flink stuk over en langs open velden.
Uiteindelijk gaat het door een bos een stuk omlaag. het pad is hier bijna niet te herkennen door de bladeren.

Na nog een stukje langs open velden, kom ik in Kail, een dorpje boven op de berg. Hier is Café zur Tanke, waar ik een tijdje reclame van zie langs de route. Gelukkig is de reclame waar en is het café open. De eigenaar zit met één van zijn vaste klanten buiten. Ik bestel een Weißen en ga er bij zitten. Het is warm genoeg om buiten te zitten, zeker in de zon. Ik ouwehoer een tijdje met de eigenaar en zijn van oorsprong Italiaanse stamgast, die alweer 10 jaar in Duitsland woont nadat hij met zijn 50ste met pensioen ging. Die Italianen hebben het goed voor elkaar…

Even later komt de eigenaar in beweging, de Mühlmänner komen langs en krijgen Kaffee und Kuchen. Van dat laatste blijft een stuk over en dat krijg ik, Schokoladen Kuchen mit Kirschen.

Na de welverdiende pauze loop ik het dorp weer uit en gaat het langs een beek omlaag tot ik weer terug bij de Mosel ben. Het gaat nu verder bovenover langs de wijnvelden en uiteindelijk via een Kreuzweg omlaag naar Pommers. Die Kreuzweg is levensgevaarlijk. Volgens mij hadden ze hier te veel gelovigen en moesten ze er vanaf. De rotsen liggen hier in de schaduw en zijn nog nat en er groeit mos op, spekglad dus. Ik ga bijna onderuit, maar kan me nog net opvangen. Dus zoveel mogelijk de rotsen mijden. Een stukje verder heb ik echter geen alternatief en moet ik op de rotsen gaan staan. En ja hoor, ik ga weer onderuit, deze keer helemaal zodat ik op mijn gat terecht kom. Gelukkig is er weinig schade, behalve de nagel van mijn rechterduim, die is omgeslagen en ik bloed als een rund. Ik duw de nagel weer in het gareel, schud het overtollige bloed af en ga verder naar beneden naar Pommeren.

Wandelen in de herfst heeft zo zijn voordelen, ik ben helemaal alleen op de Moselsteig, behalve in de dorpen, alhoewel die ook bijna uitgestorven zijn. Er is echter ook een nadeel, bijna alles is dicht, zo ook in het deel van Pommeren waar ik doorheen loop. Dus gewoon door en hopen dat er in Treis-Karden iets te drinken te krijgen is.

Na Pommern is het weer flink klimmen naar het dak van de wereld. Zo’n klim die maar niet wil eindigen. Na iedere bocht volgen er meer hoogtemeters. Ik kom toch boven aan en na een klein stukje gaat het alweer omlaag naar Treis-Karden. Dat gaat voor een deel zigzaggend over hele smalle paadjes met modder, bladeren en gladde stenen langs een steile helling omlaag. Niet helemaal ongevaarlijk…

Het laatste stuk is weer goed te doen over een breder pad omlaag en dan door het dorp.

Recht tegenover het station is een groot hotel / restaurant, hotel Petri en die zijn gelukkig open. Ik zie binnen mensen zitten. Op mijn vraag of ik een bier kan krijgen, wordt ik naar een afgelegen deel gedirigeerd, maar dat maakt mij niet uit. Ik kan me voorstellen dat de hotelgasten, die zo te zien allemaal veel ouder zijn dan ik, niet zitten te springen op een bezwete wildeman die tot bijna aan zijn middel onder de modder zit, modder aan zijn armen en een bebloede hand heeft (en ik overdrijf maar een klein beetje).
Het belangrijkste is dat ik mijn bier krijg.

Gedurende de dag ben ik op diverse plekken dooieakkers tegengekomen. Ieder klein gehucht of dorpje heeft er een.

Al met al een hele mooie route, die waarschijnlijk beter in een andere tijd van het jaar gelopen kan worden 🙂

Weer

Het was niet alleen heel lekker wandelweer, maar gewoon lekker warm, zeker voor de tijd van het jaar. In Kail heb ik buiten mijn bier zitten drinken. Het was bijna de hele dag zonnig en alleen later op de middag werd het bewolkt.

Songtekst van de dag

Omdat de zon vandaag zo lekker scheen en omdat ik in Duitsland ben, vandaag Sonne van Rammstein:

Eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, aus

Alle warten auf das Licht
Fürchtet euch, fürchtet euch nicht
Die Sonne scheint mir aus den Augen
Sie wird heut’ Nacht nicht untergehen
Und die Welt zählt laut bis zehn

Eins
Hier kommt die Sonne
Zwei
Hier kommt die Sonne
Drei
Sie ist der hellste Stern von allen
Vier
Hier kommt die Sonne

Die Sonne scheint mir aus den Händen
Kann verbrennen, kann euch blenden
Wenn sie aus den Fäusten bricht
Legt sich heiß auf das Gesicht
Sie wird heut’ Nacht nicht untergehen
Und die Welt zählt laut bis zehn

Eins
Hier kommt die Sonne
Zwei
Hier kommt die Sonne
Drei
Sie ist der hellste Stern von allen
Vier
Hier kommt die Sonne
Fünf
Hier kommt die Sonne
Sechs
Hier kommt die Sonne
Sieben
Sie ist der hellste Stern von allen
Acht, neun
Hier kommt die Sonne

Die Sonne scheint mir aus den Händen
Kann verbrennen, kann dich blenden
Wenn sie aus den Fäusten bricht
Legt sich heiß auf dein Gesicht
Legt sich schmerzend auf die Brust
Das Gleichgewicht wird zum Verlust
Lässt sich hart zu Boden gehen
Und die Welt zählt laut bis zehn

Eins
Hier kommt die Sonne
Zwei
Hier kommt die Sonne
Drei
Sie ist der hellste Stern von allen
Vier
Und wird nie vom Himmel fallen
Fünf
Hier kommt die Sonne
Sechs
Hier kommt die Sonne
Sieben
Sie ist der hellste Stern von allen
Acht, neun
Hier kommt die Sonne

Foto’s

Een gedachte over “20191217 Cochem – Treis-Karden”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

-->