Datum: 20221217
Tijd: 14:00 – 14:50
Afstand: 3,3 km
Overnachting: thuis
Wandeling
Vandaag is terugreis dag. Maar ik neem wel de gelegenheid te baat om bij een oude bekende aan te gaan, De Dochter van de Korenaar. Hier zijn we met de OBEC in 2018 geweest en dat was zeer geslaagd.
Maar eerst pak ik alles in en kruis mijn vingers als ik mijn auto start. Dat gaat echter in één keer goed, ondanks 5 dagen in de vrieskou. Ook het parkeren valt reuze mee. Mijn auto stond recht voor de deur van mijn studio, langs de boulevard, en voor 5 dagen betaal ik iets meer dan 6 euro. Dat moet je in Nederland eens proberen.
Omdat ik geen zin heb in Antwerpen, rijd ik via Terneuzen naar Baarle Hertog. Hier aangekomen blijkt de brouwerij nog dicht. Geen probleem, ik wilde toch nog een stukje wandelen. Ik rij naar Zondereigen om het Dodendraadpad te lopen.
De Dodendraad was een elektrische afrastering die de Duitsers in de 1ste Wereldoorlog opgezet hebben langs de Nederlands-Belgische grens van het Zwin bij Knokke tot de voorsteden van Aken. Het was de grens tussen oorlog en vrede. De Dodendraad moest voorkomen dat mensen de grens overstaken, dat was met manschappen alleen niet te doen.
Hier in Zondereigen is een stuk van de Dodendraad gereconstrueerd en ook een Schalthaus. Ik loop een korte route langs deze reconstructies en door het dorp.
Bij het Schalthaus kom ik Herman Janssen tegen. Hij is van de Heemkunde kring en is initiator van de constructies. Ook is hij medeauteur van een boek over de Dodendraad. We maken een praatje en Herman vertelt over de Dodendraad en de reconstructies. Bijvoorbeeld over het gebruik van kleine of grote isolators. De kleine zijn de oorspronkelijke en die zijn gevonden in de velden waar de draad gelopen heeft. De boeren konden alles gebruiken toen de Dodendraad afgebroken werd, de houten palen, de schrikkeldraad, maar hadden geen bestemming voor de isolators. Deze eindigden dus in de grond.
We lopen een stukje samen verder, Herman is een route van 10.000 stappen aan het uitzetten voor de Antwerpse gazet. Even verder blijf ik staan om een paar foto’s te maken van het winterse landschap. Herman vervolgt zijn weg richting dorp.
Als ik even later ook in Zondereigen aankom, zie ik daar diverse ‘lelijke eendjes’, oftewel 2CV’s. Er is blijkbaar een toertocht gaande want ik zie er later nog veel meer.
Ik loop Zondereigen weer uit en breng nog een klein bezoekje aan de plaatselijke dooienakker. Een stukje verder ben ik alweer bij mijn auto.
Ik had de wandeling eigenlijk langer willen maken, maar het is erg koud en er staat een snijdende wind. Ik hou het dus bij het Dodendraadpad. Dit is de kortste wandeling op deze site tot nu toe, maar ik wilde jullie de Dodendraad niet onthouden.
Ik rij weer terug naar de brouwerij voor een biertje en om een voorraadje in te slaan. Daarna is het definitief tijd om naar huis te gaan.
Weer
Zoals op de foto’s wel te zien, was het vandaag weer eens erg koud. Daarlangs stond er een snijdende ijskoude wind die het er niet beter op maakte. Het was gelukkig wel droog.
Songtekst van de dag
Omdat ik vandaag in een winters landschap gewandeld heb, heb ik gekozen voor de Eerste Sneeuw van Jan De Wilde.
Ik werd heel langzaam wakker, ik wreef m’n ogen uit
Ik werd heel langzaam wakker, ik wreef m’n ogen uit
Ik kon het niet geloven, maar voor de vensterruit
Viel zacht naar beneden, de eerste sneeuw
Mijn mama kwam naar boven, ’t is tijd om op te staan
Mijn mama kwam naar boven, kom trek je kleren aan
Mama, lieve mama, kijk eens naar benee
Ga je met mij mee, in de eerste sneeuw
Kijk eens naar omhoog en kijk
De lucht is grijs en zit vol vlokken
‘k wou dat dit kon blijven duren
Dat het nooit meer zou stoppen
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw
Waar is mijn wollen muts nu, waar is mijn dikke sjaal
Waar is mijn wollen muts nu, waar is mijn dikke sjaal
En ergens in de kelder, ligt toch nog die slee
Papa moet me duwen, door de eerste sneeuw
Kijk eens naar omhoog en kijk
De lucht is grijs en zit vol vlokken
‘k wou dat dit kon blijven duren
Dat het nooit meer zou stoppen
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw
Nu twintig jaren later, heb ik geen zin om op te staan
Nu twintig jaren later, kijk ik weer uit het raam
Mijn mama zal niet komen, mijn mama is lang dood
Ze ligt al lang beneden, in de eerste sneeuw
Kijk eens naar omhoog en kijk
De lucht is grijs en zit vol vlokken
‘k Wou dat dit kon blijven duren
Dat het nooit meer zou stoppen
‘k Voel me zo alleen in de eerste sneeuw
‘k Voel me zo alleen in de eerste sneeuw
In de eerste sneeuw
In de eerste sneeuw
In de eerste sneeuw
In de eerste sneeuw













































In De Panne aangekomen, loop ik meteen naar het strand en vervolg ik mijn strandwandeling van gisteten met nog eens 5 kilometer totdat ik in Frankrijk aangekomen ben. Ik ben er inmiddels ook achter wat de industrie is die ik vooruit zie, daar waar regelmatig een flinke rookpluim uitkomt, dat is Duinkerke.
Bij de eerste bebouwing, bij Bray-Dunes, loop ik van het strand af en maak ik rechtsomkeert, maar dan wel door de duinen. Ik loop nu door de Franse duinen terug naar de grens. Gelukkig geeft mijn Twonav de hoofdroutes door de duinen goed aan zodat ik een beetje kan plannen waar ik uitkom. Dat is bij een soort van vakantie dorp, zonder naam, waar het spekglad is. Ik loop uiterst voorzichtig tussen de sta caravans en vakantie huisjes door naar het strand.
Op het strand aangekomen, loop ik de grens van Frankrijk en België weer over en vervolg mijn wandeling over het Grenspad het binnenland en de duinen in, de Belgische duinen deze keer. Via het Helmpad en een stukje van het Oostergrenspad loop ik een paar kilometer door de duinen naar De Panne.
Net buiten De Panne slaat het noodlot toe in ik mijn voet om. Gelukkig stond er een boom waar ik me aan kon vasthouden, anders was ik ook nog op mijn bek gegaan. Hoewel ik eigenlijk nog een stukje verder had willen lopen, besluit ik om de kortste route naar het centrum te nemen. Ik kan redelijk verder met mijn voet maar wil hem ook niet overbelasten.
Gelukkig komt er binnen een paar minuten al een tram, het valt wel mee met die stakingen.
Ik kan terugblikken op een zeer geslaagde week van wandelen langs de Belgische kust. Ik was gewaarschuwd dat de kust geflankeerd werd door een grote muur van appartement. Dat is deels waar gebleken. Dit is echter alleen het geval in de meeste dorpen de aan de kust liggen. Daartussen liggen nog wel enkele stukken natuur- en duinen gebied. Ook in de dorpen zijn er stukken waar de bebouwing zich beperkt tot laagbouw of in ieder geval geen 10 verdiepingskolossen van appartementen, zoals in De Haan waar het beperkt blijft tot 4 verdiepingen.
Ook liggen er tussen de grote appartementen blokken af en toe mooie parels van villa’s waarvan de eigenaren blijkbaar de verlokking van het grote geld kunnen weerstaan.
Gelukkig heb ik daar verder allemaal weinig last van gehad. Ik heb mijn wandelingen grotendeels over het strand of door de duinen gemaakt met als afwisseling een haven af en toe.
Vanmorgen toen ik broodjes ging halen bij plaatselijke Delhaize, viel er een beetje neerslag en het was spekglad. Gelukkig is het droog aks ik begin met wandelen in De Panne, glad is echter nog steeds. Verder is het, net als de afgelopen dagen, een stralende winterdag.































Ze zijn hier een nieuw casino aan het bouwen. Er wordt hier so-wie-so veel gebouwd. Alles wordt natuurlijk buiten het seizoen aangepakt.
Na een goede 3,5 kilometer ga ik van het strand af naar de boulevard van Westende. Hier vind ik Bar du Soleil en dat klopt, de zon schijnt. Tijd voor koffie. Ik heb me voorgenomen om vandaag regelmatig een pauze in te lassen.
Ik loop heel donkere lucht tegemoet. Ik hoop dat ik het droog houdt.
Maar ondertussen sta ik nog steeds voor de IJzer en zoals gewoonlijk is er geen rekening gehouden met de kustwandelaar. Ik kan nergens heen behalve terug. Dat wordt het dus, eerst een stukje door de duinen. Dat blijkt illegaal als ik rondom overal afrastering zie. Bij een interessant stuk afrastering ga ik terug het strand op. De afrastering hangt hier letterlijk in de lucht.
Er ligt hier ook een militair terrein en daar loop ik langs af om bij de jachthaven uit te komen. Ook hier loop ik omheen totdat ik bij een brug over de IJzer kom. Hier ligt een joekel van een monument, het Koning Albert I monument. Hier is ook een oorlogsmuseum gevestigd, Westfront Nieuwpoort. Het museum vertelt het verhaal van de vernieling van de stad in de 1ste wereldoorlog en hoe de onderwaterzetting van de poldervlakte, de Duitse invasie tot staan bracht.
Als ik de IJzer over ben, is het tijd voor een biertje. Er zijn diverse zaken naast elkaar langs de weg langs de IJzer. De meeste zijn echter dicht. Bij de eerste waar ik naar binnen ga vraag ik of ik een biertje kan drinken (stomme vraag, natuurlijk kan ik dat, ik bedoel te vragen of ze er een willen serveren). Als antwoord krijg ik “Nee, wij zijn een restaurant” en dat terwijl de zaak half leeg is. Rare jongens die Belgen.
Ik vervolg mijn weg langs de IJzer richting de zee. Hier loop ik meteen het strand op en dan volgt een strandwandeling van 10 kilometer. Ik loop langs Oostduinkerke en Koksijde tot ik bij De Panne aankom. Recht vooruit zie ik al een tijdje industrie liggen met af en toe een enorme rookpluim. Ik ben er nog niet helemaal uit, maar ik denk dat at Duinkerke is.
Tijdens het wandelen zie ik de zon ondergaan, niet in de zee maar achter de appartementen.
Als ik ’s morgens op het strand loop, zie ik donkere wolken voor me uit. Gelukkig schuiven deze steeds verder weg als ik vorder. Dat komt dus wel goed. Ik hou het de hele dag droog en eindig de dag met een stralend blauwe lucht.






































































































Ik neem de kusttram van het appartement, halte Oostende Northlaan, naar De Haan aan Zee. Als we op het station van Oostende stoppen, komen er enkele mannekes met een ladder die ze tegen de tram zetten. Dan wordt er boven op de tram iets geïnspecteerd en zijn ze weer weg. Ik hoop dat alles in orde was…
Als de boulevard ten einde is, volgt een verhard pad door de duinen. Na een klein stukje ga ik rechts het strand op. Ook vandaag maak ik een flinke strandwandeling, meer dan 8 kilometer. Precies om 10:49 uur is het eb, ik heb dus een flink breed strand tot mijn beschikking. Ik loop niet vlak langs de branding om de vele vogels die daar zitten niet te storen. Ook vertrouw ik de watergeulen niet, ik heb geen zin om ingesloten te raken.
Ik laat Bredene letterlijk links achter de duinen liggen en ga pas van het strand af als ik tegen de ingang van de haven van Oostende loop. Hier wacht mij een ‘rotswand’. Het valt wel mee, er ligt een hele rij met grote stenen waar ik overheen klim om op een looppad te komen.
Waar er in Zeebrugge veel bedrijvigheid was in en rond de haven, is het in de haven van Oostende doodstil, er gebeurt niets, zelfs de windmolen staat stil. Als ik dan een vrachtwagen zie, is het de vuilniswagen.
Al snel vind ik ’t Waterhuis tegenover het station. Eerst een koffie om warm te worden en dan een biertje omdat ik er al meer dan 13 kilometer op heb zitten. Eigenlijk wil ik wel blijven zitten, maar ik ben hier om te wandelen en dus zet ik me ertoe aan om de kou weer te trotseren voor het laatste stuk van deze etappe.
Ik loop weer richting boulevard en volg deze. Vanmorgen heb ik over het strand gelopen, nu loop ik over de boulevard, ook om een idee te krijgen wat er op de boulevard te doen is in de buurt van mijn studio. Ik loop langs de betonnen kolossen die hier langs het strand staan en kom ook langs mijn studio, kan ik even hallo zeggen tegen mijn auto die daar staat te wachten totdat het zaterdag is.
Een stukje na mijn studio zie ik dat nonkel Frank ook hier is geweest, er staat een steenmannetje in zee. Nou ja steenmannetje, zeg maar steenman. Zo te zien heeft Frank zich een breuk getild en ook nog natte voeten gekregen.
Tussen Oostende en Middelkerke gaat de kusttram pal langs het strand. Iedere keer als er een voorbij komt, resulteert dat in een enorme stofwolk. Tussen de rails heeft zich behoorlijk veel strandzand opgehoopt.
Na het openluchtmuseum verlaat ik de boulevard om een stuk door de duinen te lopen via een verhard pad. Het laatste stuk is dan onverhard en ik kom uiteindelijk bij de weg uit bij een hek. Gelukkig zijn hier al meer wandelaars doorheen gekropen en kan ik er zo door.
De dag begint grauw, maar als ik in de tram naar De Haan zit klaart het op en wordt het zonnig. De zonnebril kan weer op en blijft dat ook voor de rest van de dag. Als ik door de duinen loop, net voor Middelkerke, komt er lichte sluierbewolking op en vanaf de zee komt er een flink wolkenfront aan.


















































































































Aangekomen bij het station van Knokke, de eindhalte van de kusttram, loop ik door Knokke naar de zee. Wat volgt is een strandwandeling van meer dan 5 kilometer. Helaas eindigt die op een stuk doodlopend strand, er is hier een stuk beschermd duingebed, en moet ik stukje terug lopen voordat ik naar de boulevard kan.
Ik kom nu bij de haven van Zeebrugge, even iets anders dan een strandwandeling. Als ik laags een terrein met trailers en containers loop, zie ik twee meiden in havenuniform met een hond over het terrein lopen. Ik denk dat dit geen gewone hond is, maar een die getraind is om drugs en/of verstekelingen op te sporen. Leuk baantje, de hele dag met een hond wandelen…
Te midden van al deze industriële bedrijvigheid vind ik The Boatshouse, tijd voor koffie.
Maar geen nood, ik loop terug en aan het eind, als ik het strand op kan, richting boulevard. Het laatste stuk van Zeebrugge is geen hoogbouw maar een mix van moderne huizen en oude statige villa’s.
Nu gaat het dwars door de duinen naar Blankenberge, via een wir war van paden probeer ik een beetje in het midden van de duinenrij te blijven en daarmee ook op het hoogste punt. De duinenrij is niet erg breed en ook niet functioneel volgens mij als ik zo naar de rest van de kust kijk (alles is een stuk lager dan de duinen).
In Blankenberge is het tijd voor een biertje. Ondanks de enorme hoeveelheid restaurants langs de boulevard is dat nog een uitdaging. Het meeste is dicht en als ze open zijn, zijn alle tafels in vol ornaat gedekt om te eten. Als ik iets gevonden heb, gaat de deur niet open ondanks een “Open” bordje op de deur. Uiteindelijk vind ik Tea Room La Digue, alwaar ik een lekkere Corsendonk drink.
Als ik Blankenberge uitloop, loop ik tegen de jachthaven aan. Hier loop ik omheen, alweer een stukje teruglopen. Als ik rond de have gelopen ben, is het even zoeken voordat ik weer een leuke route gevonden heb. Na een klein stukje langs een grote weg, en de kusttramlijn, vind ik echter een pad achter het duin naar Wenduine.
Wenduine is niet erg groot, maar bestaat aan de zee kant uit een grote muur van appartementencomplexen van 10 verdiepingen hoog. Als ik Wenduine uitloop, kom ik bij de Spioenkop. Dit duin met paviljoen dankt zijn naam aan de overwinning van de Boeren op de Engelsen in de slag om de Zuid-Afrikaanse vrijheidsoorlog in 1900, bij Spioenkop in Natal, Zuid-Afrika. Nadat het duin vroeger als strategische observatiepost gebruikt was, werd in de 19de eeuw een wachtpost neergezet door de douane, het hoge duin was een ideale plek om clandestiene activiteiten te observeren.
Als ik de Spioenkop voorbij ben, volg ik een fietspad / wandelpad voor het duin langs. Ik wil wel over het strand lopen, maar ze zijn hier flink aan het werk op het strand. Volgens mij gaan ze nieuwe golfbrekers maken en het strand ophogen. Het fietspad is goed te doen en ik kan flink meters maken. Dan kom ik bijeen strandrestaurant, geen strandtent, deze is van beton, en het fietspad eindigt. Dus toch maar het strand op, dat kan ook wel omdat ik de werkzaamheden inmiddels achter me gelaten heb. Zo loop ik, eerst in het schemerdonker en later in ut zakkeduuster, in mijn eentje een paas kilometer over het strand.
Er is in heinde en verre niemand te zien want wie loopt er nu in het donker over een stuk strand waar je niet vanaf kunt, tenzij je illegaal door de duinen gaat struinen.


















































































































Vandaag staat de route Nederlandse grens – Knokke op het programma. Omdat het de eerste route is, die bij de Nederlands grens begint, kan ik geen gebruik maken van de Kusttram, die gaat maar tot het station in Knokke. Ik rij dus naar een plek waar ik goed kan parkeren en loop dan een leuk rondje tussen deze twee plaatsen.
Ik begin mijn wandeling langs het Zwin, een Nederlands-Belgisch natuurgebied dat alleen toegankelijk is met een gids omdat het bij vloed onder water loopt. Het Zwin ligt er een beetje triest bij met dit weer.
Als ik de boulevard verlaat, kom ik bij Taverne Cambridge. Hier zoek ik een tafeltje met uitzicht op zee uit en geniet ik even van een pauze in de warmte van het café en met een kop koffie. Ik heb er inmiddels 9,5km op zitten.
Ik loop via het binnenland weer terug naar Zilt & Zout. Het gaat over graspaden over dijken, over stille landweggetjes en door de velden. Op een gegeven moment kom ik langs een veld met bunkers. Ik vraag me af wat die boer gezaaid heeft…
Als ik in Entranchement kom, een echt Hollandse naam voor een dorp, loop ik over de oude verdedigingslinie en daarna langs een kanaal. Ik zie Zilt & Zout liggen aan de andere kant. Mijn auto staat er ook nog. Helaas kan ik het kanaal niet over. Gelukkig kan dat een stuk verderop wel. Van hieruit zie ik Cadzand-Bad liggen.
Het vriest nog als ik begin te lopen, het is 2°C onder nul, en het is bewolkt. Wel is er her en der een klein stukje blauw te zien aan de hemel. Als ik in Knokke over de boulevard loop, komt de zon tevoorschijn om even later volop te schijnen, het wordt een stralende winterdag met een strak blauwe lucht. Wel blijft het koud, met af en toe een snijdende wind, vooral ’s morgens. Ik zet mijn capuchon op om te voorkomen dat mijn oren van mijn hoofd vriezen.




















































































